Ik ben blij dat ik geen man ben, daar ik dan een vrouw zou moeten trouwen - Mme de Staël
Wat verandert er op financieel vlak in je leven wanneer je trouwt? Worden jouw goederen meteen ook die van je man? En wat bij een scheiding of overlijden? We zetten de drie huwelijksvermogensstelsels voor je op een rijtje.
Als jullie niet kiezen voor een huwelijkscontract, dan valt jullie huwelijk onder het “wettelijk stelsel”. Dit betekent dat elke echtgenoot een eigen vermogen behoudt en dat beide echtgenoten een gemeenschappelijk vermogen hebben.
Alles wat je tijdens het huwelijk uit een erfenis of schenking ontvangt, wordt bij je persoonlijke vermogen geteld. Dit betekent dat ook de schulden die elk van de partners had voor ze huwden, hun eigen schulden blijven. Alles wat je verdient, koopt of spaart tijdens het huwelijk wordt gemeenschappelijk bezit. Alle meubelen en ook het geld op je eigen zichtrekening, zijn gemeenschappelijk bezit. Let op: de schulden die jij of je partner maakt in het belang van het gezin (onder meer voor het huishouden, ziektekosten, herstellen gezinswagen) worden gemeenschappelijke schulden. Bij een scheiding worden enkel de gemeenschappelijke goederen verdeeld.
Voor dit stelsel is er een bezoekje aan de notaris nodig. Jullie bezittingen worden dan onderverdeeld in twee vermogens, dat van je echtgenoot, en dat van jou. Er is dus geen gemeenschappelijk vermogen. De goederen die jullie samen bezitten (bvb. een wagen) bezitten jullie “in onverdeeldheid”. Ook jullie inkomens blijven gescheiden. Koopt een van jullie iets aan, dan zal dat goed bij het vermogen worden gerekend van degene op wiens naam de factuur staat. Als er aankopen worden gedaan zonder factuur, dan bezit elke echtgenoot de helft van die aankoop. Elke partner blijft ook verantwoordelijk voor zijn eigen schulden. Maar als er schulden worden gemaakt in het belang van het gezin en het huishouden (ziektekosten, herstellen dak van woning, enz.), worden dat niettemin gemeenschappelijke schulden. Dit stelsel wordt vaak gekozen door mensen die voor de tweede keer trouwen (en al kinderen hebben) of door mensen van wie de partner een zaak heeft, en die zich willen beschermen tegen deurwaarders bij een eventueel faillissement.
Dit stelsel wordt ook wel “het stelsel van de grote liefde” genoemd. Alle goederen (en ook de schulden) zijn in dit stelstel gemeenschappelijk. Erft een van de partners van zijn ouders, dan wordt ook die erfenis gemeenschappelijk.
Spreken optie 1, 2 of 3 jullie niet aan, kan je een aangepast huwelijkscontract laten opmaken door de notaris. Daarin kan je bvb. een stuk bouwgrond dat toebehoorde aan een van de echtgenoten, bij het gemeenschappelijke vermogen voegen. Ook het huis dat erop wordt gebouwd, wordt dan eigendom van beide partners. Bij een echtscheiding zal de bouwgrond en het huis in twee worden verdeeld (figuurlijk dan). Ook populair is de “langst leeft, al heeft”-clausule. Die bepaalt dat bij een overlijden van een van de echtgenoten, de hele huwelijksgemeenschap in volle eigendom wordt gegeven aan de langstlevende echtgenoot. Dit betekent dat als de langstlevende echtgenoot een deel van de erfenis wil verkopen (bvb. een onroerend goed), er geen akkoord nodig is van de kinderen.
Als je een huwelijkscontract hebt afgesloten, moet je dat aangeven aan de dienst burgerlijke stand van de gemeente waar je bent getrouwd. Je hebt ook een getuigschrift nodig van de notaris die het huwelijkscontract heeft opgemaakt. Jullie huwelijkscontract wordt dan in het trouwboekje vermeld.